Hoe gaat de sector voedselverlies en -verspilling tegen?
De groente- en fruitsector werkt volgens het nul-voedselverspillingsprincipe: geen verspilling van groente of fruit, water of energie in de hele toeleveringsketen, van het veld tot de klant. Het verminderen van voedselverlies en -verspilling is cruciaal, omdat het verlies niet alleen betrekking heeft op het voedsel dat niet wordt geconsumeerd. Alle natuurlijke hulpbronnen die gebruikt zijn om het voedsel te produceren (zoals water en energie) gaan ook verloren.
Verwerking na beschadiging
Fruit en groenten die niet aan de vereiste kwaliteit voldoen, komen alsnog op de markt als verwerkte alternatieven. Typische voorbeelden zijn bloemkool en prei, die door diepvriesgroentenfabrikanten worden verwerkt, appels en peren, waarvan compote en sap worden gemaakt, en aardbeien en bessen, waarvan jam wordt gemaakt.
Wat de boer niet verkoopt, wordt toch gegeten
Alles wat niet verkocht wordt, wordt elders gebruikt. De fruit- en groentecoöperaties gebruiken een cascadesysteem voor onverkochte producten: Overtollige producten worden gratis uitgedeeld aan liefdadigheidsorganisaties zoals voedselbanken. Wat overblijft, en zo weinig mogelijk, gaat naar producenten van diervoeder, groenbemesters of biogasinstallaties.
Langere opslag dankzij optimale verpakking
Bedrijven zoeken naar optimale verpakkingen om producten zo lang mogelijk te kunnen bewaren. Ook de grootte van de verpakking is afgestemd op de consument.